Kansen voor groene flocculanten bij slibindikking

Jartesten met kationisch zetmeel met slib van de rwzi Dronten
Jartesten met kationisch zetmeel met slib van de rwzi Dronten. Bekerglas 1 is normaal PE, Bekerglas 2 & 3 is met kationisch zetmeel.

De waterschappen zijn belangrijke inkopers van flocculanten (ook wel bekend als PE, polymeer of poly-elektrolyt) en deze flocculanten vertegenwoordigen een significante milieu-impact van de zuivering. Tot op heden vormt de milieuvriendelijkheid van deze flocculanten nog nauwelijks een criterium bij de inkoopeslissingen hoewel de waterschappen in het Klimaatakkoord met het Rijk wel de ambitie hebben afgesproken om in 2015 100% van hun producten duurzaam in te kopen.

De Nederlandse overheid zet zwaar in op het stimuleren van een transitie naar biobased materialen. De gedachte hierachter is dat Nederland sterk is in zowel de chemie als de agro-sector. Hierdoor kan Nederland oorop lopen in de ontwikkeling van biobased materialen. De toepassing van biobased flocculanten past in deze ontwikkeling en waterschappen kunnen als “launching customer” een belangrijke rol spelen bij het creëren van een marktvraag naar deze producten.

Momenteel gebruiken de waterschappen vooral op polyacrylamide gebaseerde flocculanten voor de indikking en ontwatering van slib. Deze flocculanten zijn gebaseerd op petrochemie en bovendien is het gebruikte monomeer acrylamide verdacht kankerverwekkend en mutageen en staat het om deze reden op de EU lijst van stoffen van zeer ernstige zorg in het kader van de REACH regelgeving.

In opdracht van STOWA voerde Leon Korving van Aiforo in samenwerking met het Centre of Expertise for Watertechnology (CEW Leeuwarden) en CE Delft een studie uit naar de kansen voor toepassing van groenere, biobased flocculanten. Deze studie is nu online beschikbaar via de STOWA website of rechtstreeks: STOWA 2016 14 Groen PE.

Deze verkennende studie laat zien dat er biobased alternatieven op de markt beschikbaar zijn en in ieder geval bij slibindikking tegen vergelijkbare kosten kunnen worden toegepast. De milieu-impact van deze alternatieven is geringer, met name doordat een groter deel van de energie-inhoud gebaseerd is op hernieuwbare grondstoffen. Praktijkproeven bij waterschappen kunnen de potentie van deze alternatieven verder bewijzen en bovendien geeft dit een duidelijk signaal naar de leveranciers dat waterschappen belang hechten aan inkoop van milieuvriendelijkere flocculanten.